Ingeborg bepaalt welke bacteriën in water zitten

Ingeborg bepaalt of er bacteriën in water, een infuusvloeistof of medicijnampul zitten en zo ja welke soort.

Als je bij een patiënt een vloeistof inspuit met bacteriën of met een te hoge zuurgraad kan die patiënt behoorlijk ziek worden. Het is dus belangrijk dat alle vloeistoffen goed gecontroleerd worden, zodat de patiënt niet zieker wordt dan hij al is.

Ingeborg is nu bezig met het opzetten van een microbiologisch onderzoek. Eerst schrijft ze daarvoor een plan van aanpak. Hierin stelt ze vast welke materialen ze nodig heeft en hoe ze de proeven wil gaan uitvoeren.

Ze bedenkt ook of er in een bepaalde stof wel bacteriën kunnen groeien. Soms is dat onmogelijk doordat die een anti-bacteriële werking heeft.

Als het plan van aanpak en de werkvoorschriften af zijn, bestelt ze de spullen die nodig zijn om de bacteriën uit te filteren. Dit doet ze natuurlijk alleen als die er nog niet zijn.

Als de materialen binnen zijn, controleert Ingeborg of de werkvoorschriften wel goed zijn. Ze kijkt ook of een bepaalde werkwijze steeds hetzelfde resultaat geeft.

Ingeborg werkt pas kort in het laboratorium van het TweeSteden Ziekenhuis. Straks gaat ze meer zelf onderzoeken. Op dit moment bestaat haar werk vooral uit opzoeken, lezen en vragen stellen aan collega’s. Later wordt het werk meer praktisch.

Alle achtergrondinformatie is nu compleet. Helaas kan ze nog niet aan de slag omdat de juiste materialen nog niet beschikbaar zijn. Daarom helpt ze nu mee met de administratie en bij het het uitpakken en invoeren van de urine voor drugstesten.

In het lab kijkt ze of er sporen van drugs in de urine zitten.

Het leukste aan haar baan vindt Ingeborg dat je echt alles moet uitzoeken. Je bedenkt oplossingen voor problemen. De resultaten kunnen anders zijn dan je verwacht waardoor je weer een nieuwe oplossing moet zoeken. Het is ook heel veelzijdig werk. Je bent geen dag met hetzelfde bezig.

Na het vmbo deed Ingeborg de mbo-opleiding Laboratoriumtechnieken met als specialisatie Microbiologie.

Met deze opleiding kan je in allerlei laboratoria terecht. In een ziekenhuislaboratorium of in de voedingsmiddelenindustrie waar eten wordt gecontroleerd op houdbaarheid of gevaarlijke bacteriën.

Je kunt ook in een onderzoekslaboratorium werken waar ze bijvoorbeeld een bacterie genetisch manipuleren. Het DNA van nog onbekende bacteriën wordt daar onderzocht. Of ze onderzoeken welke bacteriën gevaarlijk zijn voor de mens en wanneer.